Wat is kunst?

 

Hmmm, lastige vraag misschien!

Kunnen we beter proberen te zeggen wat kunst niet is?

Schilderkunst is poëzie die je ziet i plaats van voelt… (Leonardo da Vinci, kunstenaar uit de renaissance)

Opdracht:

Hier volgen 10 stellingen: werk elke maand van het dit schooljaar 1 van deze stellingen uit met tekst en beeld als ondersteuning of verklaring, zoek op via een zoekmedium of wat je tegenkomt in het straatbeeld en dit fotografeert, of via een museumbezoek, fotobeelden uit je omgeving…kunstboeken enz.

 

 

 

1. Niet altijd tekeningen…ook collages, mozaïken, drukwerk, fotografie, beeldhouwwerk, video enz. kunnen kunst zijn!

​

2. Niet altijd vrolijk…kunst kan ook woede, pijn, verwondering, verdriet en nog een boel andere emoties uitdrukken!

​

3. Niet altijd in musea…kunst vind je ook in kerken, in openbare gebouwen, in parken, op straat, in tijdschriften, eigenlijk zowat overal

​

4. Niet altijd beelden…kunst kan ook een intelligent idee of een historische bron zijn, waaruit we iets kunnen leren over het leven van mensen in het verleden en heden.

​

5. Kunst is niet altijd prettig…kunst kan ook rebels, controversieel, schokkend en spiritueel zijn.

​

6. Kunst is niet altijd mooi, kunst kan ook gruwelijk aanstootgevend of uitdagend zijn!

​

7. Kunst is niet altijd realistisch, kunst kan ook abstract, symbolisch, verzonnen, vertekenend of een

vluchtige momentopname zijn.

​

8. Kunst is niet alleen voor kunstkenners, kunst is er voor alle mensen van alle leeftijden.

​

9. Kunst is niet altijd een schilderij maar kan ook met experimentele materialen worden uitgewerkt!

​

10. Kunst heeft te maken met smaak en stijlverschillen, wie houdt van welke kunst? Toon aan welke kunst jouw kan bekoren en waarom?

 

 

 

Leerplandoelstelling:

22 kan het nieuwe ontdekken door zelfstandig onderzoeken en bestuderen van de beeldende middelen (kan ontdekken – onderzoeken – experimenteren en interpreteren)

24 heeft inzicht in de toepassingen en mogelijkheden van de beeldende middelen (herkennen in kunstwerken – in de maatschappij – in eigen omgeving – in eigen werk

25 kan de beeldende middelen in verschillende disciplines, kunstwerken, de visuele wereld, het dagelijks leven en andere kunsttakken situeren en beschrijven.

 

Evaluatie:

Elke stelling moet behandeld worden – elke leerling kiest maandelijks een andere stelling naar keuze op het einde van elke maand (laatste les beeldende begrippen) wordt dit onderdeel geëvalueerd naar inhoud – uitwerking – engagement en persoonlijke inzet – presentatie via smartboard en opslaan in je persoonlijke map op de Q-schijf en opslaan op je persoonlijke USB-stick (atelier opdrachten)